Vaccinaties schapen en geiten

Vaccinatieschema

Er zijn diverse vaccins beschikbaar om uw schapen/geiten te beschermen tegen een aantal aandoeningen. Voor een aantal vaccins geldt dat een basisvaccinatie moet worden gedaan alvorens een vaccin optimale bescherming kan bieden. Een basisvaccinatie houdt in dat een niet eerder geënt dier tweemaal moet worden geënt met 3 tot 6 weken tussentijd. Na deze boostervaccinatie kan (in de meeste gevallen) met een jaarlijkse enting worden volstaan.

Let op! Verschillende vaccins hebben een zeer beperkte houdbaarheid na aanprikken. Dit betekend dat we dieren van verschillende adressen op dezelfde dag inplannen voor hun vaccinatie. Hierdoor worden er geen vaccins verspild, en kunnen we de prijs zo voordelig mogelijk houden. Laat het ons dus tijdig weten als u uw schapen en/of geiten wilt laten vaccineren, dan kunnen wij daar rekening mee houden in de planning.

Covexin 10®

Vaccin dat schapen beschermt tegen Clostridium (“het bloed” en onder andere tetanus). Vaccinatie is mogelijk vanaf een leeftijd van 2 weken. Deze vaccinatie moet dan wel 4 – 6 weken later herhaald worden.
Ook kan de ooi worden gevaccineerd voor het aflammeren. Op deze manier kan passieve bescherming worden gegeven aan het lam via de biest. Ooien die eerder zijn gevaccineerd moeten eenmalig 2-8 weken voor de verwachte lammerdatum gevaccineerd worden; ooien die nog nooit gevaccineerd zijn moeten tweemaal geënt worden: minimaal 6 en 2 weken voor het lammeren.

Clostridium (“het Bloed”)

Een zeer gevreesde ziekte bij schapen is “het Bloed”, veroorzaakt Clostridium. Clostridium komt altijd voor in het darmstelsel van schapen en lammeren, maar als er een groot aanbod aan koolhydraten (suikers) is in de pens kan Clostridium zich heel snel vermenigvuldigen. Er ontstaan overal kleine bloedingen en die zorgen ervoor dat het lam de ziekte over het algemeen niet overleeft. Met name snel groeiende lammeren tussen de 3 en 10 weken zijn gevoelig.

Heptavac P®

Een vaccin dat bescherming geeft bij schapen tegen Clostridium  en Pasteurellose (zomerlongontsteking).
De vaccinatie kan vanaf een leeftijd van 3 weken worden toegediend. Deze vaccinatie moet dan wel 4 – 6 weken later herhaald worden.  Het vaccin geeft passieve bescherming via de biest indien de ooien 4-6 weken voor het aflammeren zijn gevaccineerd. Ooien die nog nooit gevaccineerd zijn moeten tweemaal geënt worden: minimaal 6 en 2 weken voor het lammeren. De vaccinatie moet jaarlijks worden herhaald.

Coxevac®

De vaccinatie tegen Q-koorts is sinds 2010 verplicht voor melkgeiten- en melkschapenhouders met meer dan 50 dieren. Ook bij instellingen waar sprake is van een verhoogd mens-diercontact (bijv. kinderboerderij, zorginstellingen) is deze vaccinatie verplicht gesteld. De vaccinatie beschermt dieren tegen het krijgen van Q-koorts en zorgt ervoor dat dieren, die Q-koorts hebben, de kiem in mindere mate uitscheiden. Vaccinatie is mogelijk vanaf een leeftijd van 3 maanden. Basisvaccinatie: tweemaal enten met 3 weken ertussen, daarna jaarlijks herhalen. Dieren moeten minimaal 3 weken voor het dekken gevaccineerd worden. Drachtige dieren mogen niet geënt worden.

Footvax®

Het vaccin Footvax kan ter voorkoming, maar ook als behandeling van rotkreupel worden ingezet. De vaccinatie moet worden gegeven vanaf een leeftijd van 3 maanden. Basisvaccinatie: tweemaal enten met 6 weken tussentijd. In verband met soms heftige entreacties is het beter om ooien niet te vaccineren gedurende 4 weken voor tot 2 weken na het aflammeren.

Rotkreupel

Rotkreupel wordt veroorzaakt door de bacteriën Fusobacterium necrophorum en Bacteroides nodosus. Rotkreupel treedt vooral op als het warm en vochtig is, en als dat het geval is kunnen besmette klauwen zeer grote hoeveelheden uitscheiden en alle koppelgenoten èn de omgeving besmetten. De kans op rotkreupel kan worden verminder door goede klauwverzorging, een droge en schone stal en sommige rassen zijn gevoeliger dan anderen. Hebt u echter al eens een uitbraak van rotkreupel gehad, dan werkt vaccinatie van de hele koppel het beste. Er is de laatste jaren veel onderzoek gedaan naar het verspreiden van rotkreupel binnen de koppel. Daar zijn een aantal opzienbarende preventieve maatregelen uit voortgekomen. Voor meer informatie, neem contact op met de dierenarts.

Ecthyma

Hebt u veel problemen met ecthyma, ook wel “zere bekjes” genoemd, dan kunt u ook daar tegen vaccineren. Het vaccin mag alleen worden toegepast in besmette of hoogrisico omgeving en dient 3 – 4 weken voor het lammeren te worden toegediend. De meningen zijn verdeeld over dit vaccin, mede omdat de natuurlijke infectie vaak niet langer duurt dan 4 weken. Er is geen specifieke therapie voor de behandeling van ecthyma, de behandeling bestaat vooral uit het voorkomen van bacteriële infecties te bestrijden met een antibioticahoudende spray. Draag altijd handschoenen als u de korsten aan wilt raken, ecthyma is namelijk een zoonose!

Chlamidia

Hebt u in het verleden last gehad van verwerpen door Chlamidophila dan kunt u uw schapen vaccineren tegen chlamydophila psittaci en chlamydophila abortus. Besmette ooien en geiten zorgen bij het verwerpen voor een enorme explosie van ziektekiemen in hun omgeving. Hierdoor besmetten zij gemakkelijk koppelgenoten en dieren in aangrenzende weides, maar ook mensen. Vaccinatie van ooilammeren kan vanaf 7 maanden leeftijd. De vaccinatie moet jaarlijks, tussen de 4 maanden en 4 weken voor aanvang van de dekperiode, worden herhaald.